SOFOS 360
De module Stoffen
Met behulp van de module Stoffen kunt u de gegevens en eigenschappen van gevaarlijke stoffen vastleggen en aan uw medewerkers ter beschikking stellen. Deze gegevens bestaan uit allerlei risico- en veiligheidsinformatie zoals:
Het zoeksysteem van het programma zorgt ervoor dat de informatie on-line goed bereikbaar is. Zo kunt u, behalve op de volledige naam, ook op naamdelen of codes (CAS-nummer) zoeken, wat de zoekmogelijkheden aanzienlijk vergroot en snel tot het gewenste resultaat leidt. Bij dit zoeken kunt u gebruik maken van een door u zelf van te voren ingesteld filter. De richtlijnen voor het werken met een bepaalde stof en de eraan verbonden risico’s kunnen zo eenvoudig worden gevonden.
U kunt de informatie weergeven in verschillende vormen zoals een standaard veiligheidsinformatieblad (MSDS), werkplekinstructiekaarten (WIK’s) en etiketten met gevarenpictogrammen. U bent daarbij vrij om de indeling van bijvoorbeeld de etiketten zelf te bepalen. De MSDS is door de EG in een standaard formaat voorgeschreven; momenteel is de REACH regelgeving van toepassing. SOFOS 360® biedt de mogelijkheid om via de ingebouwde rapportgenerator de over een stof bekende gegevens als volledig veiligheidsinformatieblad (MSDS) of als verkorte werkinstructie af te drukken of te exporteren naar bijvoorbeeld PDF of MS Word-bestand. De module Informatieportal biedt deze mogelijkheid ook. Eveneens kunnen via deze methode de wettelijk verplichte etiketteringen worden gemaakt in verschillende formaten.
Bovendien kunt u in de module Stoffen afdelingen en personen van uw organisatie opnemen en per afdeling en of persoon registreren met welke kankerverwekkende, mutagene of reprotoxische (kortweg: CMR) stoffen zij in contact komen.
Bij het vastleggen van de eigenschappen van een stof wordt gebruik gemaakt van een groot aantal tabellen waaraan de stof gekoppeld kan worden. Met die koppelingen wordt getracht de eigenschappen op een eenduidige wijze vast te leggen. Tevens wordt daarmee geregeld dat de eigenschap direct in alle talen bij de stof bekend is. Dit mechanisme werkt uiteraard alleen correct als in de gekoppelde tabellen geen synoniemen opgenomen worden. De geuren ‘reukloos’ en ‘ruikt niet’ moeten niet allebei gedefinieerd worden. In de module Stoffen zijn de tabellen waarmee dergelijke eigenschappen worden vastgelegd opgenomen onder beheer. Het onderhoud op deze tabellen moet door een of twee gebruikers (applicatiebeheerders) worden uitgevoerd.
U kunt er voor kiezen zelf de gegevens in de databank in te voeren of een bestaande databank te koppelen aan uw systeem. Als u kiest voor het koppelen van een bestaande databank, zoals BIG, AZH, enzovoorts, kunt u hieraan eigen (instellingsgebonden) gegevens toevoegen. Het voordeel van het koppelen van een databank is dat u direct de beschikking heeft over uitgebreide stoffeninformatie.